Maandagochtend, een uurtje of 6. In een vlaag van bevlogenheid (of verstandsverbijstering) had ik de fiets gepakt. Over de dijk richting Zwartsluis, en via Zwartewaterklooster weer terug. Ik slaakte kreten van ontzag; wat was de natuur mooi in het goudgele zonlicht.


