Dag 45: Een Ortigia-run en een frisse duik

Toen ik gisternacht naar bed ging wist ik dat ik ’s ochtends niet direct aan het werk wilde gaan. De balansbewaker in mijn achterhoofd vertelde me dat de productie-Erik iets te nadrukkelijk aanwezig was en dat de andere Eriks daar onder lijden. Maar ik betwijfel of de balansbewaker de gebeurtenissen van vandaag zou goedkeuren.

Lees met me mee.

Hardlopen

Na een prima achturige nachtrust en een even zo goed uitgevoerd ochtendritueel trek ik de hardloopschoenen aan. Nu doe ik dat wel vaker, maar ditmaal doe ik het daadwerkelijk met de reden waar ze hun naam aan ontlenen. En dat is voor het eerst deze reis.

Ortigia is een klein eiland en een rondje is te doen in een kwartier. Ik doe er iets langer over… Maarja, wat wil je dan ook? De prachtig blauwe zee, met golven kabbelend onder het toeziend oog van de stralende zon, dat kan ik simpelweg niet negeren. En als ik dan bij een strandje aankom wil ik natuurlijk even enkele kiezelstenen over het watervlak laten stuiteren. Los van deze verschrikkelijke onderbrekingen gaat het hardlopen aardig goed. Als een gazelle dartel ik over het historische gesteente van Ortigia. Althans, zo zie ik het voor me. Na drie kwartier kom ik bezweet en wel weer aan bij mijn verblijf.

Een frisse duik

Nu vormde zich tijdens het hardlopen een idee om te gaan zwemmen. Waarom niet? De zon schijnt volop, de zee ziet er verleidelijk uit en in de afgelopen weken heb ik al een enkeling zien zwemmen. En zo wissel ik mijn sportbroek in voor een zwembroek en begeef ik me naar mijn favoriete rotsformatie, een minuutje verderop.

Het blijkt dat ik niet de enige ben. Drie dames van rond de vijftig maken zich ook net gereed om het water in te gaan. Ze komen uit Noorwegen, Canada en … Nederland! Ze vertellen me dat ze hier, als het even kan, elke ochtend zwemmen rond deze tijd (een uurtje of 11).

Na mijn shirt uitgedaan te hebben en mijn blote, bleke ribbenkast aan de zon te hebben getoond merk ik dat het nog geen hoogzomer is. Ik schuifel centimeter voor centimeter de zee in totdat het water mijn heuphoogte bereikt. Dit is het kantelpunt, ga ik mezelf onderdompelen of niet. Ik besluit het nog eventjes uit te stellen en te genieten van het moment. Hier sta ik dan, midden in de Middellandse Zee bij het oude Ortigia.

Ondertussen word ik ingehaald door één van de dames. Ze vertelt me dat ik er gewoon even doorheen moet en dat het lichaam zich na enkele minuten aanpast. Ja, daar ben ik me terdege van bewust, maar met mijn dunne lichaam en kougevoeligheid is dat makkelijker gezegd dan gedaan.

Maar ik ken mezelf en ik weet dat ik niet terug ga voordat ik kopje onder ben geweest. Dus haal ik een paar keer diep adem, zeg ik een schietgebedje en stort ik me onder water.

Oeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeh, KOUDDDD, oe la la! Als ik geen vertrouwen zou hebben in mijn hart zou ik me ernstig zorgen maken. Na een kort moment weer op adem komen herhaal ik het enkele keren. En langzaam maar zeker verdwijnen de ergste steken van de kou. Of dat nou komt omdat de verwarming in mijn lichaam op volle toeren draait of omdat mijn huid verdoofd raakt weet ik niet.

Nu ik gewend ben geraakt aan de temperatuur breng ik mijzelf in horizonale ligpositie en zwem een klein rondje. Ik slaak ondertussen een klein vreugdekreetje, want ik, Erik Joling uit Nederland, zwem op woensdag 20 februari doodleuk in de Middellandse Zee bij Sicilië. En dat voelt bijzonder.

Maar ik begin het ook koud te krijgen. Mijn huid tintelt van de kou en ik voel sommige spieren samentrekken. Eenmaal bij de kant aangekomen heb ik moeite om te staan en mijn evenwicht te bewaren. Koukleumend sla ik de handdoek om me heen en probeer ik me op te warmen in de zon.

Eén van de dames knoopt een praatje met me aan, maar ik ben er met mijn hoofd niet bij. Ik kan me niet goed concentreren. Ik probeer het rillen onder controle te krijgen en wil zo snel mogelijk onder de warme douche. Met enige moeite raap ik mijn spullen bij elkaar en loop ik terug naar mijn woning, alles om me heen negerend. Ik voel me niet op mijn gemak en hoop vooral dat ik niet flauw val. Ik heb geen idee hoe ik er uit zie, maar aan mijn vingers te zien vermoed ik bleek en blauw.

Gelukkig bereik ik de woning goed en wel. Rillend en klappertandend stort ik me onder de douche. Ik prijs Dario voor de goede douchevoorziening, want ik weet dat dit niet vanzelfsprekend is op Sicilië.

De warmte van de douche brengt verbetering, maar ik merk ook dat ik behoorlijk onderkoelt ben. Zelfs na twintig minuten blijf ik rillen en voelen mijn lichaamsdelen nog koud aan. Gelukkig is het ergste achter de rug.

Als het warme water opraakt word ik gedwongen mijn veilige haven te verlaten. Ik kleed me dik aan en ga met een hete bak thee voor de verwarming zitten. Het is ondertussen 12 uur, maar werk komt later wel. Ik voel dat mijn lichaam tijd nodig heeft om te herstellen van deze optater.

Een terugblik in de avond

Ik ben de rest van de dag goed doorgekomen. Na voldoende energie en warmte in mijn lichaam te hebben verzameld ben ik aan het werk gegaan bij het warme bad genaamd Impact Hub.

Terugkijkend weet ik niet hoe ernstig mijn onderkoeling was, maar het was mij heftig genoeg. Deze ervaring versterkt het besef dat ik niet goed tegen de kou kan. En ik begrijp nu ook hoe gevaarlijk het kan zijn als je onder andere omstandigheden onderkoeld raakt. Op een gegeven moment houdt je lichaam er gewoon mee op en los van een aantal trucjes kun je daar weinig tegen in brengen. En op zo’n moment wil je niet alleen op zee zijn of vastzitten in een sneeuwstorm.